Banaantjes
Aftellen naar de komst van Sinterklaas
Drie knuffels,
twee speelgoedauto’s, een springtouw, een pop,… Zoveel dingen die we op maandag
meebrachten. ‘Allemaal speelgoed!’, zei Divano hierover. Ja, speelgoed… En
binnenkort nog meer speelgoed? ‘Ja, want de Sint komt bijna!’, zei Marie. ‘Ik
heb die al gezien in de winkel!’, zei Ot.
‘Maar… als het donker is, zie je Sinterklaas niet’, zei Tobin plots. En dat is waar… Dan zie je enkel een schim op het dak. En hier maakten we onze techniek van de week van. Eerst de daken schilderen, dan de maan, dan de lucht om dan een Sint en Piet op zwart papier te tekenen en uit te knippen. Nog op het werkje kleven en klaar! We vroegen ons wel af hoe lang het nog precies duurt voordat Sinterklaas komt. Samen met Lana maakten Annelore, Wanda, Ot en Mera een aftelkalender. Ze tekenden het hoofd van Sinterklaas én een lange baard. Mera schreef de dagen er nog bij. Elke dag mogen we een stukje van de baard knippen. Nog maar 6 dagen. Nu komt het wel heel dichtbij! In de namiddag
keken we naar een aflevering van ‘Dag Sinterklaas’. We vonden het huis van
Sinterklaas wel heel erg mooi. Zo mooi dat August en Tobin zin kregen om het na
te bouwen met lego. Een pakjeskamer, een badkamer, een living,… Alles werd
gebouwd.
Op dinsdag was het
tijd voor een nieuwe muziekronde. Klara leerde ons het liedje ‘I am happy, I am
good’ aan. Wat vonden we het fijn om eens in een andere taal te zingen!
Van de prenten van onze aftelkalender maakten we een memoryspel. We moesten telkens twee dezelfde plaatjes zoeken. Dat vond Noah erg leuk om te doen. Hij speelde het wel 4 keer! We tekenden in ons tekenboek en er verschenen prachtige verhalen over Sinterklaas. Maar ook over Zwarte Piet én Slecht Weer Vandaag. Van al onze tekeningen maakten we een zoekprent. Hebben jullie het paard van Sinterklaas gevonden? Op woensdag bracht August een foto mee. Niet van het paard van Sinterklaas, maar wel van Billie, zijn paard. We leerden over het dier. Sumaya en Soha knutselden een paard. De jongsten scheurden stukjes papier die we nadien op het paard kleefden. De foto van Billie kreeg een plekje naast het knutselwerk. Marie stempelde er de woordjes hoeven, manen en staart bij. Klara bracht een
meter mee. Hier gingen we op donderdag mee aan de slag. We namen twee grote vellen papier en
kleefden die tegen de muur. Op vrijdag gingen we om de beurt voor de muur staan en maten
we ons. Klara vroeg: ‘is Billie het paard groter of kleiner?’ Dat kunnen we binnenkort ontdekken, want we gaan bij het paard van August op bezoek. We knutselden ook nog kleurrijke pietenmutsen. Vooral het stempelen van de muts vonden we erg leuk om te doen. Sommigen maakten zelfs een patroon op hun muts. Rood, groen, blauw, rood, groen, blauw,... Prachtig! We kregen ook post van... Sinterklaas! Hij vroeg of we de liedjes die hij bij de brief op een stick had gestopt, konden raden. 'Zie ginds komt de stoomboot', 'daar wordt aan de deur geklopt' en 'Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht', we kenden ze écht allemaal! We kregen het idee om een affiche te knutselen. We plakten de woorden 'Sint' en 'Piet' met tape en schilderden over de woorden. Nadien trokken we de tape van het werk en verschenen de beide namen. 'Precies alsof we toveren', zeiden we. De affiche kreeg alvast een plekje aan onze deur. Nu gaan Sint en Piet zich écht welkom voelen. Spannend! |
Magneten en spiegels
'Magnetisch, wat
is dat?’ Dat was de vraag waar we onze week met opstartten. Vorige week bracht
Ot een plaatje mee van een computer dat op sommige plekken magnetisch bleek
te zijn. Dat hadden we toevallig ontdekt toen we aan het experimenteren waren
met magneten. We leerden dat magneten op sommige dingen ‘kleven’, maar op wat allemaal?
Dat zochten we dus uit! We ontdekten dat er binnen in onze klas heel wat dingen
zijn die magnetisch zijn: het ijzer van de wereldbol, de haakjes van de schildersezel, de
poten van onze krukjes, het slot van de deur,… En buiten? Ook daar gingen we op
onderzoek. De palen van het afdak, de hekken van de fietsenstalling, de
kapstokken én baren van de kickertafel bleken magnetisch te zijn. Zelfs in de
keuken van de school gingen we op ontdekking. De koelkast, diepvriezer, oven,
kraan,… Wat veel! We tekenden alles op en namen foto’s die we nadien bij op ons
onderzoek kleefden. Tobin bracht een
stuk van een boomstam mee. Dat was in tweeën gezaagd door zijn papa. De twee
helften pasten perfect op elkaar. We voelden aan het hout van de boom en wilden
hier een afdruk van maken. We legden een blad op de ene helft en gingen er met
wasco over. De structuur van de boomstam kwam er op deze manier goed door. ‘Papier
wordt van bomen gemaakt’, zeiden we plots. En toen bedachten we ons dat we zelfgemaakt
papier hadden waar we nog iets mee konden doen. We dachten samen na en het leek
ons wel fijn om onszelf te schilderen op het papier. Al ontdekten we al snel
dat het niet zo makkelijk was om dit met dikke penselen te doen. Hiervoor was
ons papier niet glad genoeg. Met fijne penselen lukte dit al beter.
Naast het maken
van een afdruk van de boomstam, konden we er nog iets mee doen. Wanneer je
beide helften naast elkaar legt, zijn ze gespiegeld. Dit konden we goed zien
met behulp van een echte spiegel. We keken naar onszelf in een spiegel en trokken gekke bekken. Dat vonden we grappig.
Sumaya en Soha speelden poppenkast voor Hanne en Annelore. Ze verzonnen een gek verhaal over een mannetje met zijn hond. Wat hebben we gelachen! Op dinsdag was het tijd voor een volgende muziekronde. Marie had het lied ‘Toverkrijtje’ gekozen. Ze leerde het ons aan en we maakten zelf nog tekeningen bij het lied om het beter te kunnen onthouden. Van de tekeningen maakten we een boekje. In de namiddag was het poppenkast voor alle kleuters. De jongsten luisterden naar een verhaal bij Annelies, de middelste kleuters bij Stephanie en de oudsten bij Hilde en Nathalie. Op woensdag gingen
we zwemmen, maar zonder Annelies omdat ze ziek was. Ook nieuwe Banaantje Hanne
ging voor de eerste keer mee zwemmen. Dat vonden we fijn! Op donderdag was Annelies nog steeds ziek, maar deden we leuke dingen met Lana, de Worteltjes, Regenboogjes en Krokodilletjes. Op vrijdag, toen Annelies weer beter was, vertelden we over onze avonturen in de andere kleuterklassen. Bij de Worteltjes knutselde Mera een boot, bij de Regenboogjes maakten Wanda en Mira een schilderij en bij de Krokodilletjes speelden we leuke spelletjes. We experimenteerden nog even met de spiegels en speelden een spel waarbij we met houten staafjes op een plat vlak iets bouwden en de andere het spiegelbeeld nabouwde. Ook gingen we per twee staan en probeerden we elkaar na te doen in spiegelbeeld. In de namiddag vond het atelier plaats. We werden verdeeld over de verschillende klassen. Sommigen gingen dansen, anderen gingen knutselen,... We vonden het reuzefijn! |
Ballonnen en bieten
Papier hier!
Op
maandagvoormiddag kwam Hanne eens een kijkje nemen in onze klas. Zij zal na de
herfstvakantie bij de Banaantjes starten. Wat vinden we het fijn om er
binnenkort een nieuw Banaantje bij te hebben! Mira toonde een speelgoedkikker. Waar leven er eigenlijk kikkers? Ze leven in en rondom water, dat wisten we al. Dus misschien ook in het vijvertje van de school. We gingen in de namiddag een kijkje nemen en namen een schepnet bij de hand. Maar... Jammer genoeg was er geen enkele kikker te zien. Waar zouden ze dan nog leven? We zochten het op en kwamen te weten dat kikkers ook in beken voorkomen. 'En in de zee?', vroeg Klara. 'Ja, want dat is ook water', zei Marie. Maar... Kikkers leven blijkbaar niet in de zee, omdat ze niet tegen zout water kunnen. Dat vonden we wel wat vreemd. Divano
en Tuur brachten toevallig allebei een kettingzaag mee. Geen
echte natuurlijk, maar toch waren we daar wel benieuwd naar geworden. Want klinkt
die ook zoals die van Tuur en Divano? Is die groter of net kleiner? Jef, de
papa van Divano kwam daarom op dinsdag een grote boom omzagen. Hij had twee kettingzagen bij. Een grote en een kleine. Een
kettingzaag kan gevaarlijk zijn, dus het was belangrijk dat we goede afspraken
maakten. ‘Niet te dichtbij komen, goed om ons heen kijken en onze oren bedekken
voor het lawaai’, klonk het. Voor we naar het spektakel gingen kijken, tekenden
we deze afspraken nog snel op zodat we ze zeker niet zouden vergeten. En dan was het zover… We gingen naar buiten, zochten samen met Ludo een boom uit en keken toe. Eerst zaagde Jef een kleine hap uit de boomstam om deze nadien helemaal om te kunnen zagen. Wat vonden we het spannend! We hadden heel wat boomschijven van die ene boom verzameld. We mochten deze zelfs mee naar huis nemen. Toen we terug in de klas kwamen, vierden we de verjaardag van Divano. Hij werd drie jaar. Hoera! De
volgende dag bekeken we enkele boomschijven van gisteren. Deze waren ondertussen al wat gedroogd. We waren te weten gekomen dat je de ringen, de
donkere lijnen, van de boomschijf kan
tellen. Deze vertellen hoe oud de boom is. Na het tellen van de ringen, trokken we met de Worteltjes naar het zwembad. Daar hebben we ons opnieuw kostelijk
geamuseerd!
Op donderdag maakten we zelf papier. Op maandag vroegen enkele kinderen zich af waarom er bomen worden omgezaagd. Want is dat wel nodig? ‘Als er teveel bomen zijn, doen ze die weg’, vertelde Tobin hierover. Maar Wanda vertelde ook dat ze er papier van maken. Niet van de bladeren, maar van het hout. ‘Dus hoe meer papier we willen, hoe meer bomen er weg moeten’, merkten we plotseling op. En dat vonden we wel spijtig voor de bomen. Maar Annelies vertelde dat we ook zelf papier kunnen maken, maar dan van oud papier. En dat leek ons wel een goede oplossing, want dan moeten er minder bomen omgezaagd worden. Dus, we gingen aan het werk. Aan het begin
van de week scheurden we enkele oude kranten tot kleine snippers. Ferre,
de broer van Mira, hielp ons hierbij. Het oude papier ging in een bak met water
en was op donderdag al goed geweekt. Eerst mochten de oudsten hun papier maken.
We zorgden voor een stappenplan. We moesten
eerst de zeef onder water stoppen, het papier scheppen en omgekeerd op een
droge doek leggen. Soms moesten we het opnieuw proberen, omdat het niet van de
eerste keer lukte. Maar uiteindelijk hadden we allemaal papier geschept. Nog
even drogen en klaar!
Vrijdag
was het tijd om feest te vieren. Herfstfeest! Onze klas werd verdeeld in twee
groepen, gemengd met de Vuurvliegjes. Samen volgden we enkele ateliers. Nadien was het nog tijd om een lekker herfstkoekje te eten en
konden we met een voldaan gevoel de vakantie starten. |
Zo trots als een pauw
Zoemende bijen
Op maandag was het
zover. Christa, een imker, kwam in onze klas vertellen over bijen, want we
wilden al lang weten wat het verschil is tussen bijen en wespen. Met grote ogen
keken we naar de bijenkast die ze bij zich had. We hoorden heel wat gezoem. We
keken naar de gevleugelde dieren en zagen van dichtbij dat een bij geel en
bruin is. En de wesp? Die is geel en zwart. Dat wisten we al van een vorig
onderzoek. Verschil nummer één dus. Maar bijen hebben ook fijne haartjes die de
wespen niet hebben. Ze kunnen ook maar één keer prikken omdat ze dan hun angel
verliezen, terwijl een wesp dat wel tien keer kan.
En… Misschien wel het allerbelangrijkste: bijen zorgen voor honing. ‘De koningin is de baas en de andere bijen werken samen om honing te maken’, vertelde Christa ons hierover. En het zijn blijkbaar ook alleen maar meisjes die de honing maken. ‘Dan moeten het toch wel heel sterke meisjes zijn!’, zei Ot. We mochten ook een keer proeven van de honing en mmm… Dat smaakte goed! Na het bezoek van imker Christa goot August de weetjes in een onderzoek. Mira bracht ook kurken doppen mee die we gebruikten om bijen te stempelen. Ook Divano stempelde er een heleboel. Eerst gele bollen, dan wat bruine strepen en twee vleugels. ‘Zoem, zoem doen de bijen’, vertelde hij. We speelden een muzikaal spel. Wanneer we recht gingen staan, zoemden we luid. Gingen we weer zitten, zoemden we zacht. Enkele oudste en middelste kleuters schreven ook nog een verhaal over de bijen. Dit in de vorm van een stripverhaal. Op dinsdag kregen Ot en Mera het idee om dit stripverhaal, dat ondertussen de titel ‘de bij gaat op zoek’ kreeg, uit te werken als een toneeltje. Ze knutselden de attributen en gingen aan de slag. Ook gingen we onze wildcamera ophangen in het bos. Ludo hielp ons hierbij. Want welk dier woont er nu eigenlijk in het hol? Annelies is op vrijdagavond nog snel even gaan kijken of er dieren waren gefilmd en... Ja hoor! We hebben enkele beelden gemaakt! Om welk dier het nu eigenlijk gaat, gaat ze hier nog niet vertellen. Dat is nog even een verrassing tot maandag. We vonden nog enkele kastanjes en ontdekten dat er twee soorten zijn.
Tamme en wilde kastanjes. Wat zijn de verschillen precies? Dat onderzochten we
met behulp van boeken over het bos. De tamme hebben een ‘pluisje’, de wilde
niet. De tamme kunnen we ook eten.
Marie bracht op
woensdag een letterspel mee. Hier konden we woorden mee vormen. Samen met
Annelore ging ze aan de slag. Ze bouwden met behulp van de naamkaartjes de
namen van de kinderen uit onze klas. De oudsten hielpen hen hierbij. We hadden
op deze dag ook een eerste yogamoment in de turnzaal. Over de herfst, kabouters
en paddenstoelen. Dat vonden we allemaal heel fijn!
Donderdag werkten we nog even aan onze nieuwsbrief. We experimenteerden met enkele drukmaterialen en ontdekten plotseling iets heel erg leuks. Mera nam een stukje bubbelplastiek en gaf dit een kleur met verf. We maakten een afdruk en zagen dat het net honingraten waren, datgene we maandag bij de imker hadden gezien. In de namiddag wou iedereen dit wel eens proberen. Ot bracht een boek over hamsters mee. Ze ontdekte dat een hamster maar 4 tanden heeft, wat toch wel veel minder is dan wij. Ze keek hiervoor nog eens terug naar ons onderzoek van de tanden dat we enkele weken geleden deden. Op vrijdag gingen we op uitstap naar Hof ter Laken in Booischot. Marie (banaantje) en Anna (worteltje) waren er onlangs gaan wandelen en konden er zo enthousiast over vertellen dat we allemaal benieuwd waren naar deze plek. We namen een mandje mee en verzamelden herfstvruchten. We genoten van de buitenlucht, het zonnetje en de prachtige omgeving. We sloten de wandeling af met een herfstverhaal en gingen naar huis met een heleboel herfstschatten.
|
Klop, klop… Wie woont er daar?
Divano toont trots ‘konijn’
tijdens de praatronde op dinsdag. Konijn heeft twee lange oren, een staart en
twee lange poten zodat hij ver en hoog kan springen. ‘Ik zou wel graag een
konijn willen, maar ik heb al kippen’, vertellen enkele kinderen. ‘Ik heb ook kippen én een haan!’, vertelt Noah.
En Annelies? Ook zij heeft kippen. We kijken naar een foto
van de twee dieren en plotseling komen er heel wat verhalen boven. Vissen,
katten, honden,… We hebben blijkbaar wel heel veel dieren. Bij de opa van Klara
woont er zelfs een papegaai. Die heet Jan, maar kan niet praten. ‘Mijn papa
heet ook zo!’, zegt Tobin. ‘Maar die kan wel praten’.
Mooie, gekleurde veren heeft papegaai Jan. Klara toont deze de volgende dag. Een kleine, middelgrote en grote veer met een blauwe kleur. Mira vond een veer in de tuin. Niet van een papegaai, maar van een duif. Ze voelen allemaal zacht aan, maar hebben wel een scherpe punt. ‘Zo scherp als de punt van een potlood’, bedachten we. En met een potlood kunnen we tekenen, dus met een veer moet dat ook lukken. Toch? We stopten de veren in een potje met inkt en gingen aan de slag. We moesten wel vaak onze punt weer in de inkt stoppen. We kwamen te weten dat de mensen vroeger met ganzenveren schreven in plaats van met potloden en pennen. Dat vonden we wel vreemd. We wilden nog wel graag enkele
veren hebben zodat we dit met meer kinderen tegelijk konden uitproberen en dus
gingen we buiten op zoek. ‘Misschien
vinden we er ook wel één van een raaf!’, zei August. We gingen naar het kleine stukje
bos achter de oude school en vonden verschillende veren. Die pakten we mee.
Wanda merkte op dat er ook heel wat andere dingen op de grond lagen. Bladeren,
takjes, schors en ook veel ‘herfstschatten’. Mera had gelukkig een zak meegenomen waar we alles in konden stoppen. De spullen legden we op de knutseltafel en werden druk
onderzocht, bekeken met een vergrootglas en we maakten er in klei ook afdrukken van.
Toch moesten we de volgende dag nog een keer terug naar het bos. Tijdens onze wandeling hadden we een gat in de grond gezien. Waarschijnlijk het hol van een dier. Maar wie zou er daar wonen? Daarvoor moesten we weten hoe groot het was. We hadden geen meetlint in de buurt, dus we bedachten samen hoe we het dan wel konden meten. We plaatsten onze voet naast het hol. We gebruikten takken om het op te meten. Zelfs dennenappels. We maakten foto’s en bekeken deze nog eens goed in de klas. Voor een vos is het hol te klein en voor een muis te groot. ‘Misschien woont er wel een konijn’, zei Sumaya. Zou het? Op donderdag gingen we naar de bibbus en Marie nam een dierenboek mee. Hierin konden we zien welke dieren er allemaal in het bos wonen. We stempelden onze symbolen bij het dier waarvan we dachten dat die in het hol zou wonen. De meesten dachten, net zoals Sumaya, aan een konijn. Maar heel zeker waren we nog niet. Daarom bracht Annelies de volgende dag een wildcamera mee. Deze gaan we volgende week samen in de buurt van het hol hangen. Wanneer het dier dan ’s nachts opduikt, als het muisstil is in het bos, zou het gefilmd worden. En dan weten we eindelijk wie er woont. |
pagina 2 annelies
Groen, blauw, groen, blauw… Op maandag maakte Annelore, samen
met Marie en Klara, een lange ketting met parels. Een bijzonder mooie ketting
met twee verschillende kleuren. Maar hoe heet dat nu ook alweer? Wanneer we
steeds hetzelfde laten terugkeren? Mera wist het! Een patroon! We zochten en
vonden nog andere patronen in de klas. Het tafellaken van de knutseltafel:
roze, grijs, groen. En Marie? Zij timmerde zelfs een patroon van rode en groene
staafjes. We waagden ons zelfs aan een patroon van rood, groen, blauw, paars en
geel, maar dat vonden we toch nog wat moeilijk.
Dinsdag trokken we naar de winkel, op zoek naar onze
ingrediënten voor een lekkere appelcake. De oudsten hadden een
boodschappenlijst gemaakt. Trots toonden ze hun lijstje aan de anderen van de
klas en konden we vertrekken. Lana ging mee en we verdeelden de klas in twee
groepen. De ene ging op zoek naar rozijnen, een citroen en eieren. De andere
ging op zoek naar kaneelpoeder, boter, bloem en agavesiroop. Al was deze siroop
wel goed verstopt. We moesten zelfs hulp vragen aan de mevrouw van de winkel.
We gingen naar de kassa en Soha betaalde met een briefje van 20 euro. We kregen
wisselgeld terug. In de klas bekeken we de rekening goed. ‘Het ene was duurder
dan het andere!’, wisten we hierover te vertellen. Maar wacht eens even… Zijn
we de appels nu niet vergeten? Nee, hoor! Wanda bracht er mee van bij haar thuis.
Daar groeit een appelboom die heel veel appels laat vallen. Ingrediënten
appelcake? Check! In de namiddag was het dan tijd om de doos te openen die
August had meegebracht. ‘We moesten er voorzichtig mee zijn en het zeker niet
aanraken’, zei hij. Dat werd spannend. We openden de doos en zagen iets geks...
Wat was dit? De meesten hadden dit nog nooit gezien! Het rook ook een beetje
vreemd. August vertelde dat het een wespennest was, maar dat er geen wespen
meer in woonden, want deze had de brandweer weggejaagd. Hoe hadden ze dit
gedaan? ‘Door te schreeuwen!’ of ‘te laten schrikken’, dachten we. Maar zo is
het niet gegaan. De brandweer joeg de wespen weg met poeder. En inderdaad, we
keken met onze vergrootglazen naar het nest en er lag een dikke laag poeder op.
We waren nu toch wel benieuwd geworden naar hoe de wespen
zoiets prachtigs konden maken. We zochten een filmpje op en kwamen te weten dat
de wespen op zoek gaan naar kleine stukjes hout, dit fijnkauwen en dus vermengen
met speeksel. Dat vonden we wel heel speciaal, want zo bouwen wij geen huizen! Wij
gebruiken cement en bouwtuigen, de wespen niet.
En… Er gebeurde nog iets spannends op deze dag! Op maandag vertelde
Wanda dat ze helemaal alleen kon fietsen. Ze bracht een foto mee en dit moesten
we uiteraard met onze eigen ogen zien. De volgende dag stond haar fiets te
pronken in de klas. We bekeken deze van dichtbij en zagen een bel, twee wielen,
een licht voor - en achteraan, pedalen, een mandje,… Wat een prachtige fiets.
Wanda reed een toertje rond de speelplaats, gevolgd door een luid applaus van
de anderen. Bravo, Wanda!
Tuur bracht op woensdag een bloem mee. Maar omdat deze verdroogd was, konden we niet goed meer zien welke soort bloem het was. We bekeken deze goed en zagen in de knop van de bloem allemaal gaatjes. Er moesten dan wel een soort van pitten hebben ingezeten. ‘Een zonnebloem!’, klonk het meteen in koor. We zochten naar een foto van een zonnebloem en vergeleken deze met de verdroogde bloem. Nu waren we wel zeker. ‘Het was een zonnebloem die gewoon te lang in de zon had gestaan’, vertelde Ot. Ondertussen maakten we nog een vrije tekst met behulp van ecoline en pandakrijt en bouwden we allemaal samen aan een groot knutselwerk: een huis. Hiervoor bedachten we samen een ‘bouwplan’. We verdeelden de taken zodat iedereen iets kon maken. De ene zette de muren recht, de anderen maakten enkele bomen en zelfs een boot. Ook wat struikgewas, een badkamer en een keuken mochten niet ontbreken. Het werd prachtig! We werken er volgende week nog een beetje aan verder… Vrijdag was het dan zover: baktijd! We deden de ingrediënten voor onze appelcake in een grote kom en mixten het tot een glad beslag. Het deeg kon dan eindelijk de oven in! Mmmm… Wat rook het lekker! De cake was overheerlijk! Volgende week woensdag gaan we voor de eerste keer zwemmen! Daar kijken we al lang naar uit! |
Bijenbezoek, verjaardag Tirna, pompoenplant
Tirna vierde haar vierde verjaardag. Het was mooi weer. Dus zaten we buiten op de bankjes. Lekkere zelfgemaakte cakejes smullen. Tirna bracht ook een dvd mee. Allemaal mooie (kleuter)liedjes ondersteund door gebarentaal. We zongen 'ik zag twee beren' en 'hoedje van papier'. Ze kreeg zelfgemaakte diertjes. De olifant is haar lievelingsdier. Ram en Lennert plantten samen een pompoenplant in onze daktuin. Een kuil maken, het plantje erin, toedekken en water geven. Misschien groeit er binnenkort een pompoen. Samen met de Worteltjesklas, gingen we naar aanleiding van ons onderzoek over wespen en bijen, mee op bezoek bij een imker. Op een prachtig domein werden we onthaald. We konden honing proeven. We zagen de bijenkast en raten. Enkele kleuters droegen een bijenpak. De papa van Joppe (Worteltjes) en de mama van Rik (Banaantjes) gaven uitleg. Aan het einde van het bezoek kreeg iedereen een potje honing van de imker mee. |