top of page

Freinet in Triangel

Hoe gaan wij te werk?

Het natuurlijk leren en het coöperatief werken zijn in het freinetonderwijs de gemeenschappelijke noemers van alle leerprocessen.

 

Onze kinderen leren lezen met teksten die ze zelf aanbrengen. Ze leren rekenen met rekenverhalen die ze zelf hebben beleefd of bedacht. Dagelijkse gebeurtenissen worden via allerlei informatiebronnen en opzoekwerk verder uitgediept. Ook ‘het spelen’ wordt gestimuleerd, want spelen is in wezen arbeid van kinderen die willen groot worden. Door de nauwe band met hun eigen belevingswereld ervaren kinderen leren als zinvol. Het leidt tot succeservaringen die hen stimuleert om verder op onderzoek te gaan.

 

Vanuit een geloof in de mogelijkheden van het kind heeft ons onderwijs een emancipatorisch en democratisch karakter. We brengen de kinderen verantwoordelijkheid bij voor het eigen leren en het leven in groep. Ook zelfredzaamheid is belangrijk. Wat kinderen zelf kunnen, moeten ze ook zelf mogen doen. Boeiende werkateliers en het uitnodigende schooldomein bieden heel veel leer- en exploratiekansen.

 

Een school is geen eiland

Een school maakt deel uit van een dorp, een regio, een land en bij uitbreiding van de wereld. Naast kennis, vaardigheden en attitudes willen we onze leerlingen ook inzichten meegeven in mens, natuur en samenleving. Leren buiten de schoolmuren hoort daar zeker bij. Anderzijds stelt de samenleving ook haar eisen. Daarom volgt het leerkrachtenteam van Freinetschool Triangel de GO!-leerplannen en streeft zij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen van het lager en het kleuteronderwijs na.

 

 

Hoe delen wij onze klassen in?

​

Kleuteronderwijs

​

Instapklas voor 2,5-jarigen
 
Wij kiezen bewust voor één instapklas voor onze 2,5-jarigen, want we merken dat instappers nood hebben aan een aangepast dagritme dat lijkt op het ‘huiselijke ritme’. Ze moeten tijd en ruimte krijgen om het ‘schoolse ritme’ op te pikken.

​

De ontwikkeling van een instapper heeft naast een pedagogische dimensie (exploreren, experimenteren, ontdekken van hun eigen ‘ik’) ook vaak nog een verzorgende dimensie, zoals o.a. zindelijk worden, helpen bij het aan- en uitkleden en bij het eten. Ook hun grove motoriek is nog in volle ontwikkeling. Ze hebben voldoende bewegingsruimte nodig en ze spelen graag nog op de grond. De meeste instappers zijn na de middagpauze vaak moe en hebben nood aan rustige activiteiten (bv. voorlezen van een verhaaltje).

​

De instapklas start met een kleine groep kleuters en groeit bij elk instapmoment aan tot een volwaardige klas. We kunnen op die manier tegemoet komen aan de specifieke behoeften van instappers. 

​

Classe unique voor 3- tot 6-jarigen

​

Vanaf de eerste kleuterklas kiezen we bewust voor drie parallelklassen waarbij kleuters van 3 tot 6 jaar samen zitten in één klas. Het inrichten van een classe unique brengt enorme voordelen met zich mee. Kleuters leren op die manier omgaan met niveau- en leeftijdsverschillen. Bovendien kunnen de jongere en oudere kleuters van elkaar leren.

 

​

Graadklassen in het lager onderwijs

​

Wij richten graadklassen in:

 

  • 2 klassen van de 1ste graad: leerlingen van het 1ste en het 2de leerjaar zitten samen in één klas;

  • 2 klassen van de 2de graad: leerlingen van het 3de en het 4de leerjaar zitten samen in één klas;

  • 2 klassen van de 3de graad: leerlingen van het 5de en het 6de leerjaar zitten samen in één klas.

 

Het inrichten van graadklassen is een bewuste keuze, omdat het enorme voordelen met zich meebrengt. Kinderen leren op die manier omgaan met niveauverschillen en bovendien kunnen jongere en oudere kinderen van elkaar leren (peer-to-peer learning).

bottom of page