Pedagogisch project van Triangel
Inleiding
GO! Freinetschool Triangel is een basisschool van het GO! onderwijs van de Vlaamse gemeenschap. Dit betekent dat zij het Pedagogisch Project van het GO! - kortweg PPGO! - heeft onderschreven.
Het PPGO! pleit voor decentralisatie van bestuur en verleent een grote autonomie aan het lokale niveau (Decreet van 19 december 1988). GO! Freinetschool Triangel ontwikkelt als methodeschool binnen de krijtlijnen van het PPGO! haar eigen project: het Pedagogisch Project van Triangel, kortweg PPT genoemd.
Statuut
Het Pedagogisch Project van Triangel (PPT) fungeert als grondwet van onze school. Het PPT beschrijft de grondbeginselen, de waarden en normen waaraan alle betrokkenen bij het Triangel schoolgebeuren zich dienen te houden. Het vormt het meest algemene referentiekader waaraan zowel praktische organisatie, dagelijks handelen, rechten en plichten van alle betrokkenen indien nodig kunnen en moeten getoetst worden. Het zal fungeren als kompas, toetssteen en leidraad. Het zal willekeur vermijden en oriënteren bij alle kleine en grote beslissingen. Wie GO! Freinetschool Triangel vervoegt aanvaardt dit PPT.
Het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs
De Triangel staat achter de leidende principes/doelstellingen van het PPGO!:
-
de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens;
-
de pluralistische grondslag:
Artikel 17 van de Grondwet schrijft voor dat de Gemeenschap neutraal onderwijs inricht. Het PPGO! interpreteert dit artikel als een positieve waardering van de verscheidenheid van meningen en gedragsvormen met de nadruk op de gemeenschappelijke waarden;
-
het recht van ieder individu op optimale ontwikkeling en op aangepaste pedagogische hulp ongeacht geslacht, levensbeschouwing, sociale status en financiële mogelijkheden;
-
het nastreven van de totale ontwikkeling van de persoon met bijzondere aandacht voor een kritische en creatieve ingesteldheid ten aanzien van mens, natuur en samenleving;
-
het nastreven van een dynamisch mens- en maatschappijbeeld en het vormen van vrije, mondige mensen met fundamenteel vertrouwen in zichzelf; met een grote openheid van geest; met blijvende intellectuele nieuwsgierigheid; met emotionele, esthetische en ethische bewogenheid binnen het maatschappelijk aanvaarde waardenpluralisme; met oog voor de sociale werkelijkheid en maatschappelijke ongelijkheden en met bekwaamheid geëngageerd constructief op te komen voor de eerbiediging van de rechten van de mens en voor sociale rechtvaardigheid, waaronder de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen;
-
het uitgaan van de mens als individu en als gemeenschapswezen in de ontwikkelingsbegeleiding van jongeren.
‘De mens als individu' impliceert:
-
de zorg voor gelijke ontwikkelingskansen voor gelijkbegaafden;
-
voor aangepaste hulpverlening in geval van milieuachterstand of minderbegaafdheid;
-
voor het inspelen op specifieke behoeften van meerbegaafden.
'De mens als gemeenschapswezen' impliceert:
-
de zorg voor een gezond evenwicht tussen wetenschappelijke, technologische, sociaal-culturele en ethische componenten.
Deze kijk op de totale vorming zullen jongeren het doel en de zin van hun handelen leren inzien en zich zowel ten opzichte van zichzelf als van het maatschappelijk gebeuren kritisch kunnen opstellen. Ze zullen leren in vrijheid verantwoordelijkheid te dragen.
Een totale vorming houdt ook zowel functionele kennis (= een geheel van kennis en vaardigheden om die kennis aan te kunnen wenden) als attitudes in. Zo kunnen zij participeren in een maatschappij waarin nieuwe technologieën en de noodzakelijke aandacht voor natuur en leefmilieu een steeds belangrijkere plaats innemen.
Het GO! voedt immers op tot sociaal engagement, verantwoord gebruik van de ruimte, wereldsolidariteit, verdraagzaamheid en de brede belangstelling voor het culturele gebeuren hier en elders.
-
het PPGO! zal op democratische wijze tot stand komen en mag geen aanleiding geven tot verstarring. Het uitgangspunt is de inzet en het engagement van allen die direct betrokken zijn bij de concretisering ervan en het feit dat echt engagement alleen kan ontstaan wanneer ook wordt deelgenomen aan besluitvorming. Dit is de grondgedachte van de nieuwe beleidsvisie van het GO!: een proces op gang brengen door directe democratische deelneming aan het beleid waardoor het engagement in de uitvoering van de beleidsbeslissingen wordt opgewekt. Daarom moeten allen die dat wensen de kans krijgen om een creatieve bijdrage te leveren.
Dit veronderstelt:
-
transparantie door het goed informeren van allen die bij het GO! betrokken zijn;
-
inzicht door het scheppen van goede structuren die het mogelijk maken die informatie te verwerken;
-
inspraak door het uitbouwen van echte participatiemogelijkheden.
Triangel is een freinetschool
Het PPT benadrukt dat de hogergenoemde doelstellingen van het PPGO! geen ijdele woorden mogen blijven en verbindt zich ertoe hieraan concrete gestalte te geven. GO! Freinetschool Triangel stamt uit de freinettraditie en is overtuigd dat de pedagogische middelen, die binnen deze traditie zijn ontwikkeld, uitermate geschikt zijn om de doelstellingen van het PPGO! te realiseren. Dit wordt ook erkend door het GO!.
De freinetpedagogie ziet het leren als een natuurlijk proces dat ontstaat vanuit een natuurlijke behoefte en zich verder ontwikkelt vanuit zowel interne stimuli, als vanuit de brede omgeving van de lerende. Zoals de baby/peuter spontaan en op natuurlijke wijze ingroeit in de wereld, zo dient de school een milieu te zijn dat verder ingroeien onderkent en stimuleert. Het PPT hanteert de term 'natuurlijk leren' als de gemeenschappelijke noemer van alle leerprocessen.
Dit natuurlijk leren kan alleen gerealiseerd worden:
-
wanneer consequent vertrokken wordt vanuit de eigen belangstellingspunten van het lerende kind;
-
wanneer kinderen zelfstandig kunnen werken. Deze voorwaarde is tevens een einddoel;
-
wanneer leerervaringen zoveel mogelijk hun positief karakter behouden. Het kind moet ervaren dat leren een aangename en niet vervelende bezigheid is. Het spel wordt geenszins afgewezen. Het is in wezen, ook als de buitenstaander het doel niet kan achterhalen, arbeid van kinderen die groot willen worden. De traditionele permanente controle en bijsturing is contraproductief. Belangrijk is daarom ook een veelheid van domeinen aan te bieden en daarbinnen een veelheid van niveaus om de kansen op succesbeleving zo groot mogelijk te maken;
-
wanneer zelf op onderzoek gaan zoveel mogelijk wordt gestimuleerd zodat leerlingen de kans krijgen om te komen tot confrontatie met zichzelf, de andere leerlingen en de omgeving. Het lerende kind staat aldus nooit alleen maar steeds in relaties tot anderen. Competitie in deze relaties wordt afgewezen. Er wordt integendeel gestreefd naar vormen van samenwerking met respect voor ieders mogelijkheden. Bovendien staat eigen werk steeds ook in functie van de anderen. Daarom zijn zowel het onderzoeksproces als het eindproduct van dit onderzoek van groot belang;
-
mits een grondige wijziging van de relatie leerkracht-leerling. Leerkracht en leerlingen worden lid van een coöperatieve werkgemeenschap die streeft naar pedagogisch zelfbestuur. Dit vraagt van ieder een gedeelde maar desalniettemin grote verantwoordelijkheid. Men moet zich persoonlijk engageren, zelf initiatief nemen en steeds actief bezig zijn.
Freinetleerkrachten zijn bekwame leerkrachten wiens deskundigheid erin bestaat het didactisch kader te realiseren waarin ‘het natuurlijk leren’ zich maximaal kan ontplooien. De verschillende leerkrachten werken zoveel mogelijk samen om elkaar te steunen en te stimuleren in de uitbouw van degelijke en steeds betere freinettechnieken. Individuele ervaring wordt uitgewisseld. Er ontstaat positieve interactie en niemand verbetert uitsluitend de eigen klaswerking.
Belangrijk is echter dat ieder er zich van bewust blijft dat de school geen eiland is. De leerlingen zijn onderworpen aan een leerplan waar een diploma aan vasthangt. De maatschappij stelt immers haar eisen. De leerkracht blijft verantwoordelijk voor het aanbrengen van de verschillende delen van het officiële leerplan en het bereiken van de eindtermen. De leerlingen worden geacht zich hiervoor in te zetten. Zo wordt bijvoorbeeld het nut van instructiemomenten niet uitgesloten. Instructie kan op verschillende momenten en manieren een nuttige bijdrage leveren om dit natuurlijk leren te ondersteunen. Instructie kan gericht zijn op het verwerven van nieuwe vaardigheden, op synthese en op inoefening waar dit nodig zou zijn.
Er is ook geen typevoorbeeld van een freinetschool. De freinettraditie kent geen dogma's. Het PPT legt zich erop toe om de leerlingen te vormen tot vrije en zelfstandig denkende maar tegelijk bewuste en verantwoordelijke volwassenen (zie doelstellingen of leidende principes van het PPGO!) en is in functie hiervan bereid om ook de eigen pedagogische opvattingen steeds kritisch en zelfkritisch te onderzoeken.
In de lijn van dit laatste en ter wille van de waarden van het PPGO!, meent het PPT dat het belangrijk is bovenop de rijkdom aan levensbeschouwelijke en ideologische verscheidenheid de goede dialoog te organiseren. Alleen zo kunnen eventueel gemeenschappelijke waarden tot stand komen. Dit betekent ten allen tijde respect voor de waardigheid van de menselijke persoon als drager van ideeën, opvattingen, meningen, levensbeschouwingen, mens- en wereldbeelden en ideologieën, maar tegelijkertijd de mogelijkheid tot rationeel-kritische en constructieve bevraging ervan. Concreet komt dit vooral aan bod binnen de praatrondes.
Structuur van Triangel
Triangel heeft gekozen voor een eenvoudige, democratische organisatie- en besluitvormingsstructuur bestaande uit:
-
Algemene Vergadering/Openschoolraad;
-
Team;
-
Schoolraad.
Algemene Vergadering/Openschoolraad
Ouders, personeel en leerkrachten vormen samen de Algemene Vergadering. Ieder heeft één stem.
De Algemene Vergadering heeft dit PPT besproken en goedgekeurd. Voorstellen tot wijziging worden enkel aanvaard na gemotiveerd verzoek door 20% van de leden. Een daadwerkelijke wijziging kan enkel na een nieuwe bespreking en na goedkeuring door minstens 60%, mits aanwezigheid van 30% van de leden.
Verder is voorbehouden aan de Algemene Vergadering:
-
het kiezen van de eerste 4 leden van de Schoolraad volgens de regels van het GO!, hierbij zorgvuldig rekening houdende met het door dit PPT verlangde profiel (zie verder);
-
zich uitspreken over alle belangrijke beleidsvragen die de Schoolraad haar voorlegt.
Team
De taak van het team bestaat erin om het PPT in de dagelijkse praktijk te brengen. Hiertoe organiseert het team zichzelf in onderling coöperatief overleg en in functie van het zo goed mogelijk vervullen van deze opdracht. Organisatorische basisregel hierbij is het subsidiariteitsprincipe. Dit betekent dat beslissingen zo dicht mogelijk bij de betrokkene(n) genomen worden in het beginsel door de betrokkene(n) zelf. Kompas bij alle beslissingen is steeds dit PPT.
Het team specificeert jaarlijks in een organisatieplan hoe het zich van deze taak zal kwijten en wat het daarvoor nodig heeft (personeel, financiële (begroting) en materiële middelen). Het team stelt dit organisatieplan voor aan de Openschoolraad bij de start van het nieuwe schooljaar en evalueert samen met de Openschoolraad de realisatie ervan op het einde van het schooljaar.
Het team bestaat uit iedereen die, mits akkoord van de schoolraad, voor specifieke taken relatief duurzame verantwoordelijkheid wil opnemen. Dit wil zeggen: leerkrachten, personeelsleden, ouders-vrijwilligers, … . Op het 'coördinatieniveau' zijn minstens één, maar maximum 4 leden van de Schoolraad vertegenwoordigd.
Rekening houdend met de aandacht die het PPGO! ook vraagt voor natuur en leefmilieu, streeft het team naar optimale verhouding tussen ecologische toepassingen enerzijds en de praktische en financiële haalbaarheid anderzijds.
Schoolraad
De schoolraad waakt over de realisatie van het PPT en draagt eindverantwoordelijkheid voor de wil van de Algemene Vergadering. Concreet betekent dit het volgende:
-
algemeen en extern beheer: (a) eventueel vastgelopen conflicten ter hoogte van het team of klacht van eenieder op basis van het PPT grondig en aandachtig, op voor iedereen gelijke wijze, behandelen en vervolgens definitief beslissen (de schoolraad als laatste (interne) beroepsinstantie); (b) ondersteunen van het team, tijdelijk bijspringen indien nodig; (c) samenwerking met de centrale raad van het GO!, met andere inrichtende machten en organisaties of instituten; (d) verdedigen van de belangen van het PPT waar en indien nodig; (e) overeenkomsten sluiten namens de school; (f) uitstraling van de school;
-
pedagogisch beleid: toetsing van de pedagogische aspecten van het organisatieplan aan het PPT en goedkeuring ervan;
-
materieel en financieel beheer: toetsing van de materiële en financiële aspecten van het organisatieplan aan het PPT en goedkeuring ervan;
-
personeelsbeleid: de schoolraad is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het team aan wie de Algemene Vergadering het in praktijk brengen van haar PPT toevertrouwt. Dit houdt onder andere in: tijdelijke aanstellingen, wervingsambten, contractuelen en vrijwilligers, waarnemende aanstellingen, voordracht voor vaste benoeming;
-
alle belangrijke vraagstukken voorleggen aan de Algemene Vergadering.
Ook de schoolraad organiseert zichzelf (vergaderritme, procedures, e.d.) in onderling coöperatief overleg met het oog op het zo goed mogelijk vervullen van haar opdracht. Zij legt dit jaarlijks vast in een intern reglement.
De schoolraad wordt verkozen volgens de richtlijnen van de centrale raad van het GO! en rekening houdend met de specifieke verwachtingen die dit PPT aan de schoolraad stelt. Leden van de schoolraad aanvaarden de morele verbintenis dit PPT als belangrijkste leidraad voor al hun beslissingen te hanteren. Vanzelfsprekend zullen zij daartoe het PPT grondig kennen. Bovendien moeten zij in staat zijn zich een beeld te vormen van de verschillende aspecten die aan de realisatie van dit PPT verbonden zijn en deze optimaal tegen elkaar te kunnen afwegen. Zij moeten voeling houden met enerzijds de dagelijkse schoolpraktijk en de verschillende meningen van de betrokkenen, maar anderzijds ook met externe, soms tegenstrijdige of zelfs vijandige factoren, zoals: onderwijs-, milieu-, arbeids- en andere wetgeving, algemene en specifieke sociale, politieke, culturele en pedagogische ontwikkelingen, enz.